top of page
Zoeken
Gerrit en Damiët

De Corona Monologen

Ik schrijf mijzelf door het landschap overwegingen; van mijzelf, mijn

omgeving en wat ik in de media hoor. Graag creëer ik compassie en

nieuwsgierigheid voor alle stemmen die er nu eenmaal zijn, zodat

we de ander én onszelf recht in het hart aan kunnen kijken.

Allemaal één geheel. 31 maart 2020

8.03 uur.

Ik loop de Albert Heijn binnen en pak een mandje. Voor mij loopt

een jongeman van rond de 30, strakke spijkerbroek, overhemd

met truitje eroverheen, die het mandje voorbij is gelopen.

Een medewerkster haalt hem in en geeft hem een mandje.

“O ja, dat is ook zo.”

Ik merk dat ik blij ben dat hij niet boos wordt en alleen maar zuinig

lacht. Als ik mijn boodschappen heb gedaan, hoor ik al ver voordat

ik bij de kassa’s kom een stem.

Hij praat hard en nadrukkelijk. Nog voordat ik mijn irritatie van buik

naar keel omhoog voel kruipen, zie ik hem en verzacht ik. Het is een

jongen die mijn vader vroeger ‘niet helemaal 100%’ zou noemen.

Ik was altijd een beetje bang voor ze, net als voor zwarte Piet en voor

vuurwerk. De verstandelijke beperking ( die we natuurlijk allemaal

hebben ) is bij deze jongen niet heel duidelijk zichtbaar en toch merk

ik het meteen.

Hij praat flink in op de kassière.

“Het is toch allemaal wat hè”?”

De kassière kijkt hem licht verlegen aan, haar stem is vriendelijk.

“Ja, wat een gedoe allemaal.”

De jongen gaat met gekromde schouders door en kijkt haar strak aan.

“Al die doden. In Spanje nu en in Frankrijk.”

“Ja, dat is zo.”

“En overal eigenlijk.”

“Zeker.”

Er valt een stilte. de jongen heeft afgerekend en dit is dus het moment

waarop mensen elkaar een prettige dag toewensen, of gewoon bedankt

zeggen of zich gewoon omdraaien en vertrekken. Maar nu blijft het stil.

De jongen draait een beetje om zijn eigen as heen en de kassière slaat

haar ogen naar beneden. Na nog een seconde of twee spreekt de jongen

weer.

“Zo zie je maar dat we eigenlijk allemaal één geheel zijn, hè? “

Ik begin spontaan te tranen. De jongen draait zich om en vertrekt.

De kassière kijkt wat om zich heen en gaat ‘iets doen.’ Onze blikken

kruisen elkaar en we glimlachen.

Onze lach verraadt dat wij van elkaar weten dat we vinden dat deze jongen

nogal een goed punt heeft. Dat hier geen enkel argument tegen bestand

is. Dat als deze jongen het al weet, wij ons af moeten vragen waarom wij

daar geen gehoor aan zouden geven. wat ons in godsnaam belet om daar

naar te leven, door alle spullen, bezittingen, kennis en macht op een hoop

te gooien en dat een beetje fatsoenlijk te gaan verdelen in plaats van het

aan ‘De Markt’ over te laten, wat zoveel is als ‘wij kunnen er ook niks

aan doen, het is in de handen van de Markt.’

Als een God die alles beslist.

Ik ontwaak uit mijn furie en merk met enige schaamte dat ik in een super

markt sta, wat vrij vertaald meer markt betekent. En ik voel me dankbaar

dat deze jongen die zogenaamd niet ‘100%’ is, mij deze wijze les heeft

gegeven.

Dat we allemaal één geheel zijn.

2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

De Corona Monologen

Ik schrijf en film mijzelf door het landschap overwegingen; van mijzelf, mijn omgeving en wat ik in de media hoor. Graag creëer ik...

De Corona Monologen

Hier een Corona Monologenfilmpje met als onderwerp de anderhalvemetereconomie en hoe je toch op afstand contact kunt maken. Veel plezier...

De Corona Monologen

Ik schrijf en film mijzelf door het landschap overwegingen; van mijzelf, mijn omgeving en wat ik in de media hoor. Graag creëer ik...

Opmerkingen


bottom of page