Zolang dit virus ons in de greep houdt, zal iedere dag één van
mijn innerlijke stemmen spreken, omdat ik ervaar dat we op een
basisniveau veel meer gemeen hebben dan dat we verschillen.
Het complot. 26 maart 2020
“Het coronavirus is een in Amerika ontwikkeld biologisch wapen
dat er op gericht is vooral Chinezen te treffen”
Dit is één van de vele theorieën die rondgaan rondom het Corona
virus, die in dit geval in Rusland opdoemde. Maar het is ook veel
dichter bij huis, in de persoon van historicus Hans van der Horst:
“We hebben te maken met een nieuw wapen in het kader van de
islamisering. Dit virus is gecreëerd in geheime, door salafisten met
oliegeld betaalde laboratoria en eerst bij wijze van experiment
losgelaten in China.”
Angst, paranoia en indirect bewijs vormen de ingrediënten voor een
goede complottheorie. Het is verleidelijk om er hoofdschuddend
afstand van te nemen. En sommigen zien er een hobby in, om er bij
wijze van spel met elkaar over in conclaaf te gaan.
Voor mij is het roddelen twee punt nul. Het is de doorgevoerde vorm
van wat we allemaal doen: over een ander spreken zonder dat we
zeker weten of alles werkelijk waar is wat we beweren.
Ik probeer mij daar natuurlijk, ja, ik ben een goede burger nietwaar, zo
min mogelijk mee in te laten. En als communicatietrainer en coach in
leiderschapstrajecten kan ik niet anders zeggen dan dat feiten en
eigen beleving strikt uit elkaar gehouden moeten worden.
Tot zover het mooie praatje.
Ik complotteer een ander regelmatig, en met name als ik bang ben. Het
spreken over een ander houdt voor mij die ander op een veilige afstand,
zodat ik de werkelijke confrontatie niet hoef aan te gaan.
Een werkelijke confrontatie waarbij ik mijzelf dan moet tonen.
Een werkelijke confrontatie waarbij ik het wel eens fout kan hebben.
Een werkelijke confrontatie waarbij ik de kans loop de ander te begrijpen.
Vooral dat laatste is natuurlijk afschuwelijk.
Ik graaf mij dan in. Ik heb de neiging om te vluchten en er dan het mijne
van te vinden. Mijn complotten spelen zich in de krochten van mijn ziel af,
die ik niet prijsgeef, omdat schaamte en angst mij daarvan weerhouden.
En het beroerde is: ik raak niet alleen de ander kwijt, maar ook mijzelf.
Want ik moet om dit vol te houden een wezenlijk deel van mijzelf niet
tonen, niet aan de ander en niet aan mijzelf. Stel je voor dat ik tegen
iemand zeg dat ik
“Niet de confrontatie aan durf te gaan omdat ik dan bang ben om door
je overtuigd te worden, dus dat ik daarom maar hardvochtig bij mijn
eigen standpunt blijf, ook al is dat vervelend voor jou en voor mij.”
Dan komt het wel erg dichtbij, denk je ook niet?
Complotten: het tegenovergestelde van intimiteit, van contact, van jezelf
werkelijk vanuit je hart uitspreken. Iets waar we, volgens mij, nu best
veel behoefte aan hebben.
Kommentare